Amsterdam, 27 december 2016 – De meeste teams zijn alweer begonnen met de voorbereiding voor komend seizoen. Bij de clubs die het stempeltje ’topsport’ hebben gekregen wordt natuurlijk alweer een paar weken hard getraind, maar ook bij veel andere clubs wordt al de nodige trainingsarbeid verricht.
Zelf mocht ik van begin oktober tot half december weer een tiental zondagen als instructeur op de HCAW Honkbalschool kinderen van 6 tot 17 jaar trainen. Leuk hoor af en toe een stukje op een honkbalblog schrijven, maar werken met jongens en meisjes die plezier hebben in de sport, en ze gedurende die weken beter zien worden, daar word ik pas écht vrolijk van.
Dat kan ik helaas niet zeggen over het hele honkbaljaar 2016. En dan bedoel ik niet dat we met de Reserve Reserves voor het tweede jaar op rij de finale om het Nederlands Kampioenschap Wedstrijdsport verloren. Ook vervelend, ik was er even ziek van, maar het was weer een leuke finale en daarmee echte promotie voor de sport. Al zeg ik het zelf.
Nee, 2016 was geen “fantastisch jaar voor onze sporten” zoals Bart Volkerijk de dag voor Kerst schreef in zijn eindejaarscolumn. De ellende begon eigenlijk al voordat de competitie moest beginnen. De UVV-Rookies verlieten als ratten het zinkende schip en legde daarmee een bom onder de samenwerking tussen de Hoofdklassers. Erger nog is dat de bond en de clubs de Rookie League aan het eind van het seizoen hebben afgeschaft zonder een goed alternatief te hebben voor de jeugdopleiding. Ook werd door gebrek aan talent de sluiting van twee van de zes honkbalscholen aangekondigd.
In de Hoofdklasse hadden we voor het tiende jaar op rij dezelfde vier ploegen in de play-offs. Niet fijn voor een bond die zichzelf “Aantrekkelijke competities” als doelstelling heeft meegegeven. Een vernieuwde competitie-opzet kwam te laat want Kinheim heeft zich inmiddels uit de Hoofdklasse teruggetrokken. Dat was natuurlijk ook een manier om van die eeuwige top-4 af te komen. Tragisch voor Kinheim, de Hoofdklasse en het Pim Mulier dat nu genoegen moet nemen met wedstrijden uit de Overgangsklasse. Er was verder ook geen club te vinden die de vrijgevallen plek wil innemen.
Hoofddorp verloor dit jaar hun sponsor en moet dus voor 2017 op zoek naar middelen om toch weer aanspraak te kunnen maken op één van de vier play-off plaatsen. Gelukkig kunnen ze dankzij extra subsidie van de gemeente nog wel blijven spelen in het verlieslatende maar o zo mooie stadion.
De Haarlemse Honkbalweek leek na een cosmetische opknapbeurt deze zomer weer even een mooie toekomst te hebben, maar dat bleek schone schijn. Ook dit monument van het Nederlandse honkbal kampt met een gebrek aan sponsors en de organisatie heeft aangekondigd dat er in 2018 geen Honkbalweek meer zal zijn. Diverse reddingsacties zijn al gestart.
Gelukkig schrijft Volkerijk dat hij zich realiseert dat er op het gebied van vertrouwen nog veel te winnen valt, maar daar is meer voor nodig dan alleen maar mooie praatjes.
Om te beginnen met de problemen te benoemen en te erkennen. Natuurlijk is het glas ook half vol, en hebben de vertegenwoordigende teams mooie prestaties geleverd, maar hoe de belangrijkste doelstelling “ledengroei” daarvan geprofiteerd heeft is niet duidelijk. Ik ben dan ook benieuwd hoe dit jaar het grafiekje met de ledentallen eruit ziet dat in 2015 nog wel getoond werd tijdens het KNBSB Congres.
Hoewel ze het zelf niet zo gepland hadden krijgt de bond eind januari de kans om weer wat van dat vertrouwen terug te winnen. Er moet dan tijdens het KNBSB Congres een goed plan voor de toekomst liggen, inclusief een aangepaste begroting waar enige realiteitszin uit af te lezen valt. Bij voorkeur ook vergezeld van de eerlijke cijfers over het aantal leden. Als alle clubs daar dan ook “ja” tegen kunnen zeggen dan wordt 2017 misschien weer een klein beetje beter dan 2016.
2016 was ook het jaar van de overwinning van L&D Amsterdam in de Europa Cup. En voor honkballiefhebbers die ook het Amerikaans honkbal volgen ook het jaar van de Chicago Cubs die afrekenden met de vloek van de geit.
De 36ste save van Kenley Jansen in de wedstrijd Dodgers vs. Giants was mijn persoonlijke hoogtepunt, maar dat was omdat ik daar live bij aanwezig was en in het fantastische Dodger Stadium zat.
En zo kom ik op de legendarische Vin Scully die op dat moment hoog in de persbox de wedstrijd van commentaar voorzag. Hij is na 67 jaar aan het eind van het reguliere seizoen gestopt als vaste announcer van de Dodgers.
Ik ga hoopvol 2017 in en doe dat graag op de stem van Vin Scully en de speech uit de film Field of dreams.