Ademar Rifaela toch niet naar Nettuno

Amsterdam, 28 februari 2021 – In de hoogste klasse in Italië spelen aankomend seizoen maar liefst 33 clubs. Dat betekent dat er ruimte is voor, maar meer nog, behoefte is aan, meer dan 700 topspelers. Dat is nogal wat voor een land waar honkbal niet veel populairder is dan in Nederland.

In relatie tot het aantal inwoners, ruim 62 miljoen, is het misschien enigszins vergelijkbaar met Nederland waar zo’n 200 spelers zijn die zich Hoofdklassespeler mogen noemen, maar die vergelijking lijkt behoorlijk mank te gaan als je kijkt naar het totaal aantal honkballers in Italië. Ik zeg ‘lijkt’ omdat er niet veel cijfers (zeg maar geen) zijn terug te vinden over wat er in Italië gebeurt op honkbalgebied.

Nettuno, een stadje ongeveer 70km ten zuiden van Rome, wordt gezien als de ‘honkbalhoofdstad’ van Italië, maar is met zo’n 40.000 inwoners ongeveer 6x kleiner dan Haarlem, onze eigen honkbalhoofdstad. Daar vallen weinig conclusies uit te trekken.

Ook uit de deelname van Italiaanse jeugdteams aan de Europese toernooien kun je niet veel opmaken. Lang niet altijd doen ze mee, en als ze meedoen zijn de resultaten ook niet altijd overweldigend. Soms wel, maar je zou verwachten dat in een land, waar het klimaat een stuk beter is voor honkbal dan in Nederland, als er heel veel gehonkbald wordt, alle jeugdteams van dat land in Europa vanzelf boven komen drijven. En dat is dus niet het geval.

Het is dus redelijk veilig om aan te nemen dat het aantal honkballers in Italië niet substantieel groter is dan in Nederland en dat de clubs uit de Serie A dit jaar een behoorlijke kluif zullen hebben aan het vinden van voldoende goede spelers.

Net als in Nederland zijn er in Italië een paar topclubs die een grote aantrekkingskracht hebben op de topspelers omdat er Europacup gespeeld wordt. Het wordt dan ook heel interessant om te zie. hoe de competitie dit jaar zal gaan verlopen. Zal het net als vorig jaar een duidelijke tweestrijd tussen San Marino en Bologna worden, waarbij Parma misschien een beetje kan meedoen, of zijn er ook andere ploegen die een competitief team bij elkaar weten te kopen.

Want kopen moeten ze, of misschien is ‘betalen’ een beter woord, want van de jeugd en van de Serie B en C zullen ze het niet moeten hebben.

Promovendus Nettuno (die van die honkbalhoofdstad dus) dacht in ieder geval een mooie vis aan de haak geslagen te hebben met het binnenhalen van de Nederlandse international Ademar Rifaela. Het contract was al getekend, maar op het laatste moment stak de KNBSB daar alsnog een stokje voor, aldus de Italiaanse site baseball.it.

Omdat Rifaela een A-status heeft met een bijbehorend stipendium, een financiële vergoeding dus, mag hij van de Nederlandse bond niet in Italië spelen. Tjerk Smeets, Technisch Directeur van de KNBSB bevestigt dat het spelers met een A-status inderdaad verboden is om in een andere Europese competitie dan de Nederlandse uit te komen. Zowel de spelers als de Italiaanse en andere Europese bonden zijn daarvan op de hoogte.

Smeets verklaart verder “Die regel komt voort uit het opstarten van de A-statussen en bepaald is dat spelers minstens in de Hoofdklasse (sterkste competitie Europa) moeten spelen of in een professionele competitie overzees.

De uitzonderingen op deze regel zijn in al die tijd op één hand te tellen. In alle gevallen ging het dan om maatwerk vanwege bijzondere omstandigheden.
De meeste uitzonderingen waren afgelopen seizoen, toen alle competities in Amerika afgelast werden en wij heel graag wilden dat spelers toch ergens aan hun innings kwamen.

Hoewel ik Rafaela alle contracten van de wereld gun vind ik het een goede regel. Wat mij betreft wordt ie zelfs nog verder aangescherpt en halen we het laatste stuk van de laatste zin er ook nog af. Zonder “of in een professionele competitie overzees”, is de regel écht af en kunnen we ons weer bezighouden met wat écht belangrijk is, honkbal IN Nederland.

Rifaela tijdens het EK in Bonn 2019 (foto Alfred Cop)