Amsterdam, 2 juli 2015 – Facebook en Twitter zijn nuttig als je verkeer naar je site wil trekken, maar niet altijd even handig voor het plaatsen langere teksten of reacties.
Daarom nodig ik iedereen uit met een mening over de onderwerpen ledendaling, speed-up rules, verbeterde competitieopzet etc. dit niet alleen op de sociale media te brullen, maar hier ook iets langer over na te denken en dit naar mij toe te sturen zodat ik die tekst kan plaatsen op deze site. Hieronder alvast de eerste bijdrage van een betrokken Hall of Famer.
Beste Ronald en Wil,
Enigszins volg ik de discussie over de te nemen maatregelen om de honkbalsport aantrekkelijker te maken voor het publiek, zodat meer mensen de sport met dezelfde liefde en passie gaan beoefenen zoals wij dat gedaan hebben of doen. Laat ik als eerste opmerken dat het een goede zaak is dat de voorgenomen plannen van tafel zijn en blij ben dat jullie de discussie levendig houden. En ja, zo eigenwijs als ik ben, heb ik ook een mening. Misschien is dat genetisch bepaald of misschien is het uit liefde voor de sport, maar het kribbelt om deze eens te delen. De drang ontstond toen ik weer eens de website van Zuidvogels las.
Als ik het goed volg zijn we op zoek naar een oplossing van een probleem! Wat ik echter mis is: Hoe heeft het zover kunnen komen? Als we dat weten, dan kunnen verbeteringen aanbrengen. Of zoals Feiko al eens opperde zaken terugdraaien. En in mijn beleving moeten we het daar zoeken.
Op zich heeft de website van Zuidvogels hier natuurlijk helemaal niks mee te maken, maar bij de honkbaljeugd staat 1 junioren team, 1 aspiranten team en 1 pupillen team. Dat is niet veel en voor een club als Zuidvogels onwaardig. Maar als ik naar de clubs in de regio kijk is het verval niet anders en in sommige gevallen zelfs ook aan het honkbalcomplex af te lezen. Het probleem zit hem naar mijn idee niet in de snelheid van het spelletje of regeltjes. Het zit hem in een cultuur die de bond zelf gecreëerd heeft.
Ik weet het eerlijk gezegd niet meer zeker, maar ik heb na mijn “carrière” in de topsectie bij HCAW een jaar bij Zuidvogels gehonkbald en volgens mij was dat in 1997 of 1998. Tot die tijd was het niet ongebruikelijk dat spelers in hun nadagen of spelers die net niet de top hadden bereikt bij naburige clubs gingen honkballen. Voor mij op dat moment dus ook geen vreemde keuze. In de winter vroeg Sidney Hickinson, de coach, of ik mee wilde naar een bondsvergadering omdat zaken besproken zouden worden over komend seizoen. Bij aankomst bleek het daar niet over te gaan, maar het ging om een drastisch wijziging in de opzet van de competities. De reserve klassen werden opgeheven en geïntegreerd in de regionale en landelijke competities. Ik heb toen geroepen dat dit geen goede zaak lijkt en dat het honkballen gedomineerd zou gaan worden door een paar clubs in Nederland. Hierin heb ik gelijk gekregen, want een paar jaar later hadden zowel HCAW als Neptunus als Kinheim als Pirates als Pioneers een team in de Hoofdklasse, Eerste Klasse en Tweede Klasse!
Dit had als gevolg dat de grote groep spelers die klaar waren in de Hoofdklasse of dit net niet hadden bereikt in het Derde gingen spelen van deze clubs in plaats van de regionale clubs. De kwaliteit van de regionale clubs ging vervolgens ook naar beneden. En eerlijk gezegd is het geen uitstraling als je met Zuidvogels 1 moet spelen tegen HCAW Reserve Reserves (met alle respect voor beide teams overigens).
Daarnaast is er ook bij de jeugd (lees ouders) iets wezenlijks veranderd. Clubliefde en plezier in het spel lijkt niet meer het belangrijkste. En natuurlijk is iedere ouder trots op zijn kind en zal hij of zij denken dat zijn kind de beste is. Als de ouders rondkijken in de honkbalwereld denken zij dat ze met hun kind bij de grote clubs moeten zijn, want eerlijk is eerlijk, op de eigen velden gebeurt inmiddels niks spannends meer en de kansen bij de gevestigde clubs zijn immers veel groter … denken zij! Kinderen en ouders komen niet meer bij de “kleine” clubs bij het 1e kijken, want ze kijken niet meer op tegen die spelers en het niveau. Je ziet steeds vaker dat ouders met hun kinderen van club naar club gaan. En als de kinderen niet slagen in hun honkbalcarrière stoppen ze gewoon en gaan wat anders doen. Het begint al bij de pupillen. Belachelijk! Laat kids plezier hebben bij de club bij hun in de buurt en creëer een cultuur dat men gaat zien dat men via het eigen 1e team ook de hoofdklasse kan bereiken. Ouders en kinderen blijven veel langer bij de eigen club. Ouders gaan zich ook verbonden voelen en misschien ook wel wat doen voor de club. Leden werven is belangrijk, maar leden binden misschien nog wel belangrijker in deze.
Honkbal moet als breedte sport aantrekkelijker worden. Maar de breedte zit niet in 4 of 5 clubs of in mooie managementplaatjes, maar de breedte moeten we over het hele land zoeken. Ik ben daarom voorstander om de fout die de bond eind jaren negentig gemaakt heeft terug ter draaien. De Hoofdklasse, Eerste Klasse en Tweede Klasse alleen voor 1e teams. Zo krijg je meer spreiding over het land en worden andere clubs weer aantrekkelijk om te vertoeven. En dat zal even pijn lijden zijn, maar ik heb niet de illusie dat het op de middellange termijn ten koste zal gaan van de kwaliteit. Want laten we eerlijk zijn. De kwaliteit van de Hoofdklasse is ook allang niet meer wat het geweest is? Ik durf zelfs verder te gaan en te voorspellen dat de kwaliteit op langere termijn omhoog zal gaan, omdat talenten langer blijven honkballen en zich via het 1e team van hun eigen club alsnog in de picture kunnen en zullen spelen. Ouders blijven langer bij een club “hangen” en gaan misschien wat voor de club doen. Het wordt weer leuk om bij het 1e team te gaan kijken, kinderen gaan weer opkijken tegen de grote mannen. De passie en clubliefde komt terug!
Graag kom ik in de gelegenheid om mijn CV in een persoonlijk gesprek toe te lichten en kijk uit naar de uitnodiging ☺
Met vriendelijke groet,
Paul Bus (aka Harry)