Amsterdam, 19 april 2018 – Gisterenavond tijdens de extra ingelaste vergadering van de bondsraad presenteerde het interim-bestuur de plannen en de begroting voor 2018, maar belangrijker nog een volledig nieuwe structuur voor de organisatie van de bond.
Na het besloten deel van de vergadering, waar de notulen van de besloten vergadering van 24 maart vastgesteld werden, mocht ook het publiek de vergaderzaal betreden.
Interim-voorzitter Ruud van Zetten trapte de vergadering af met een hele duidelijke mededeling over zijn toekomst en die van zijn mede-interim-bestuurders. “Deze heren zullen weer gaan verdwijnen” en “Het doel is zo snel mogelijk een nieuw bestuur vinden, en deze vier zullen niet in het nieuwe bestuur gaan zitten”.
Formeel gezien moesten de vier heren eerst nog wel even aftreden omdat een bondsraadslid niet in het bestuur mag zitten. Uit de bondsraad kwam vervolgens de mededeling dat er niet hard gezocht zou gaan worden naar invulling van de vier, door het aftreden, ontstane vacatures.
Die mededeling was bedoeld als steun in de rug voor het interim-bestuur, maar wat de bondsraad op dat moment nog niet wist is dat als het aan het bestuur ligt er voor heel wat meer bondsraadsleden straks geen plek meer is. (niets persoonlijks)v.l.n.r. Bart Volkerijk, Wim van den Hurk, Ruud van Zetten, Gerard Vaandrager en Peter Kwakernaak
Er was een volle agenda met allerlei onderwerpen waar best nog interessante dingen over geschreven kunnen worden, en dat komt later misschien nog wel, maar in dit stuk ga ik even fast forward naar de presentatie van de nieuwe plannen.
En dat de heren niet stilgezeten hebben de afgelopen drie weken werd al snel duidelijk. Het resultaat van dat denk- en praatwerk was in een presentatie gegoten die Peter Kwakernaak voor z’n rekening nam.
Hij stond daarbij eerst stil bij wat er de afgelopen periode is misgegaan en benadrukte dat dit niet alleen maar de topsport was, maar dat er op alle onderdelen slecht gepresteerd is, honkbal, softbal, breedtesport én topsport.
Extra aandacht bij waar het mis ging was er voor de sales. “Ieder salespersoon is vooral goed in z’n eigen sales” en “het gaat niet goed als je het alleen hebt over je laatste deal en niet over de deal die je aan het closen bent“. De uitsmijter was vervolgens “Of het gaat goed, of hij gaat weg“.
Ook werd benadrukt dat het een lastig product is, en dat er te weinig aan consultative selling is gedaan. “Je kan op een shirt met je logo, of op tv” in plaats van kijken naar wat bedrijven echt willen.
Constateren wat er allemaal mis is gegaan is één, wat je eraan gaat doen is iets anders. En daar wordt het spannend. Het interim-bestuur komt namelijk tot een conclusie met grote gevolgen: Het bestuursmodel is onwerkbaar.
De oplossing hiervoor hebben ze verder uitgewerkt in een nieuwe bondsstructuur:
De kolommenstructuur is verdwenen en er zijn twee separate organisaties getekend, één voor de Topsport en één voor de Verenigingssport, de nieuwe naam voor wat we vroeger Breedtesport noemde.
Een hele heftige ingreep dus waar nog wel de nodige haken en ogen aan zitten. De vraag “Kan dat zomaar?” die in de presentatie gesteld wordt heeft dan ook twee antwoorden. “Absoluut niet!“, maar ook “Absoluut wel!”
Met deze twee antwoorden maaide het bestuur al het gras voor de voeten van de bondsraad weg. Er was goed over nagedacht en de bondsraad mocht kiezen. Is het glas half vol of half leeg?
Vervolgens werd voor zowel de Verenigingssport als de Topsport een sluitende begroting voor 2018 gepresenteerd. De details hierover volgen, maar er wordt “wel gesneden, maar niet geamputeerd.”
De presentatie eindigde met een tijdspad waarbij benadrukt werd dat als je niet een volledig jaar wil weggooien er snel gehandeld moet worden. Je vindt de integrale presentatie, inclusief de aangepaste begroting 2018 hier.