Amsterdam, 9 oktober 2017 – Ik zal de vraag uit de kop ook meteen maar beantwoorden en daarna uitleggen waar ie vandaan komt. Het antwoord is “nee”, of “jammer genoeg niet”, maar het kan niet, we kunnen de bond niet opheffen want we hebben ‘m nodig.
Nou ja, we hebben ‘een’ bond nodig, of dat deze is, met deze mensen in deze structuur, dat is nog maar de vraag.
Afgelopen zaterdag was er in Nieuwegein weer een openbare vergadering van de Bondsraad. Één van de punten op de agenda was “functioneren en samenwerking kolommen”. De volgers van deze site weten dat ik geen voorstander ben van de kolomstructuur, zoals volgers van het Nederlandse honkbal weten dat de kolommen niet functioneren noch met elkaar samenwerken.
Tot een gedegen analyse van het functioneren van de kolommen kwam het zaterdag nog niet, maar wel werd aangekondigd dat het bestuur en de Bondsraad hier gezamenlijk naar zullen gaan kijken. Vanuit de Bondsraad zelf werd hier nog een lumineus idee aan toegevoegd: neem bij die analyse ook meteen het functioneren van de Bondsraad mee.
Dat idee kwam van het kersverse Bondsraadslid Kwakernaak. Het was duidelijk dat hij het bij zijn eerste officiële Bondsraadsvergadering niet erg naar z’n zin had gehad. Maar ook de andere leden lijken wel aan te voelen dat het anders moet. Er werd zelfs al een klein voorschot genomen op een mogelijk resultaat want er werd instemmend gereageerd op de opmerking dat de Bondsraad eigenlijk veel te groot is om effectief te kunnen vergaderen en discussiëren.
Maar dat was dus de positieve noot waarop de vergadering eindigde, daarvoor was het helaas alweer gruwelijk misgegaan.
Vanuit de Bondsraad kwam de vraag hoe het liep met de clusterbijeenkomsten waarvan er nu inmiddels meer dan de helft gehouden zijn. En toen begon de ellende. Het bondsbestuur wist te melden dat veel van de voorstellen die de Kolom Breedtesport heeft gedaan geamendeerd zullen worden. Gelukkig.
De Bondsraad vroeg vervolgens of het mogelijk was per cluster een terugkoppeling te krijgen zodat duidelijk werd wie wat waar gezegd heeft en welke aanpassing door welk cluster is ingebracht. Voorzitter Ron Schel had “daar niet zo’n goed gevoel bij”. Verder vroeg hij zich hardop af wat dat verder zou bijdragen. Ik vroeg me stilletjes af, waarom niet? Wat is er tegen transparantie? Het is niet dat we allemaal al reuze veel vertrouwen hebben in wat er bij de bond gebeurt. Ik was slechts toeschouwer en mocht dus niets zeggen, dus verder dan heel hard “DRAAGVLAK CREËREN” denken kwam ik niet.
De Bondsraad maakte vervolgens een klein zijstapje naar de aard van de plannen en de veranderingen en noemde het voorbeeld van de speciale ballen waar nergens in de wereld maar alleen door de jeugd in Nederland mee gespeeld wordt. “Sommige gemotiveerde mensen (in de kolommen red.) slaan door.”
Het zou goed zijn om te kijken in hoeverre dit soort ideeën een wens zijn van de clusters, en niet zomaar een idee van één van deze ‘gemotiveerde mensen’. Precies wat ik vorige week maandag dacht bij de clusterbijeenkomst toen we het weer hadden over spelen op tijd in plaats van in innings. Mijn buurvrouw in de zaal zei “maar dat is toch drie jaar geleden al voorgesteld? En dat is toen toch niet doorgegaan?!” Klopt ja, maar dezelfde ‘gemotiveerde mensen’ houden gewoon vast aan dat idee en proberen het gewoon nog een keer.
Je zou haast denken dat het helemaal niet uit maakt wat er gezegd wordt en of de clusters wel of niet voor of tegen de voorgenomen plannen zijn. En nu komt het: HET MAAKT OOK NIET UIT!
Ondanks het feit dat er bij de clusterbijeenkomsten tientallen mensen komen meepraten over de plannen voor 2018 en 2019 vindt het bestuurslid Breedtesport het niet nodig deze mensen serieus te nemen. De clusterbijeenkomsten zijn namelijk “geen goede vertegenwoordiging”. Er zou een oververtegenwoordiging zijn van mensen die competitief willen spelen en een ondervertegenwoordiging van mensen die recreatief willen spelen. Hij geeft daarmee dus aan dat de kolom zelf wel bepaalt wat goed is voor ons.
Wat een ongelooflijk arrogante opstelling. In 2014 was het excuus dat we maar moesten komen opdagen bij die toen nog heimelijk aangekondigde vergaderingen, en dat we daarom niet moesten zeuren, en nu we wél komen zou dat niet in de juiste samenstelling zijn. Schiet mij maar lek.
Bij het naar buiten gaan na de clusterbijeenkomst vorige week maandag in Haarlem zei ik tegen de accountmanager van de bond nog dat ze het wel moeilijk hadden met al die meningen, dat het geen makkelijke situatie was. Maar ik zat er naast, het is helemaal niet moeilijk, ze gaan gewoon lekker doen wat ze zelf willen, en wij mogen slikken of stikken.