Londen, 30 juni 2019 – Bij het zoeken naar oplossingen voor het almaar dalende ledenaantal van de Nederlandse honkbalbond wordt er steevast gekeken naar de duur van de wedstrijden en de hoeveelheid tijd dat honkballers ‘kwijt’ zijn aan de sport.
Ook op de klankbordgroep-bijeenkomsten van de bond waar ik een aantal keer aan heb deelgenomen is gesproken over verschillende manieren om de spelers en speelsters, zeker ook bij de jeugd, minder lang onderweg en/of op het veld te hebben.
Ik zelf ben er alleen nog steeds niet van overtuigd dat de duur van de wedstrijden zo ontzettend belangrijk is voor het afhaken van spelers en publiek. Er is ook een groot verschil tussen een lange en een langzame wedstrijd. Het eerste is een gevolg van het tweede. Pak dus de oorzaak aan, niet het gevolg. Symptoombestrijding is nooit de beste oplossing.
En als er op dat gebied in Nederland maatregelen worden genomen dan zal heel goed moeten worden uitgelegd wat precies de bedoeling is en hoe dat bijdraagt aan het oplossen van de problemen. Misschien ben ik té old school, of gewoon té erg Nederlander die zich niet graag iets laat verplichten of verbieden, maar als ik met mijn team straks geen BP meer mag doen, dan hoop ik voor alle betrokkenen dat daar een goede verklaring bij gegeven gaat worden.
Maar ok, laat ik me dan toch even constructief opstellen en met een suggestie komen die ook met de duur van de wedstrijd te maken heeft. Deze suggestie bouwt eigenlijk voort op het maximale aantal van 12 innings waar we ons in Nederland in de meeste competities aan houden én op de mercy rule, die na 7 innings en tien punten verschil een eind maakt aan de wedstrijd, waar we in alle honkbalcompetities mee spelen. Beide regels ‘horen’ niet echt bij het honkbal, maar zijn ook voor/door mensen zoals ik nog best goed te verdedigen. Al blijft een gelijkspel me toch wel heel erg tegen de borst stuiten.
De suggestie die volgens mij niet heel veel afbreuk doet aan het spel is een regel die bij cricket ook gehanteerd wordt. Waar deze regel in het kort op neerkomt is dat als het uitspelende team aan het begin van de laatste inning een aanzienlijk aantal punten voor staat (laten we zeggen 5) niet opnieuw zelf gaat slaan om het verschil nóg groter te maken, maar dat dit team in het veld blijft staan en dat het thuisspelende team een nieuwe slagbeurt mag beginnen. Alleen als het thuisspelende team de achterstand op miraculeuze wijze toch weet weg te werken wordt er een gelijkmakende slagbeurt gespeeld. In dit geval dus door het uitspelende team.
Wat de totale tijdswinst in Nederland zal zijn weet ik niet, en hoe vaak het zal gaan voorkomen eigenlijk ook niet. In ieder geval minder vaak dan werpers die tussen de innings 20 ballen ingooien, dan scheidsrechters die minuten lang met het publiek staan te keuvelen in plaats van “play ball” te roepen, dan slagmensen die toch keer op keer weer ongestraft uit de batters box kunnen stappen en minder vaak dan teams die het veld in sjokken alsof het de avondvierdaagse is.
Een schrijver van USA Today (mijn suggestie is dus gejat en niet zelf bedacht) heeft voor de MLB uitgezocht wat de gevolgen zouden zijn voor één speeldag. En hoewel deze regel in Nederland vooral geschikt is voor de lagere klassen heb ik toch even uitgezocht hoe vaak deze regel dit jaar in de Hoofdklasse toegepast had kunnen worden. Hieronder het overzicht van deze 21 wedstrijden. Het uitspelende team is als eerste genoemd. Tussen haakjes het aantal punten dat het uitspelende team in de laatste inning maakte, en dus ‘voorkomen’ had kunnen worden:
– 27 juni, L&D Amsterdam 7, Curaçao Neptunus 1
– 16 juni, HCAW 14, Quick 4 (1)
– 16 juni, Curaçao Neptunus 14, DSS 4 (2)
– 6 juni, Quick 16, Silicon Storks 2 (5)
– 2 juni, Quick 14, Pioniers 8 (1)
– 1 juni, Pioniers 10, Quick 1 (2)
– 26 mei, L&D Amsterdam 8, Silicon Storks 3
– 23 mei, L&D Amsterdam 11, Silicon Storks 1
– 19 mei, Curaçao Neptunus 19, Silicon Storks 4
– 11 mei, L&D Amsterdam 8, Quick 1
– 5 mei, Twins 8, Silicon Storks 2
– 5 mei, L&D Amsterdam 14, DSS 2 (3)
– 2 mei, L&D Amsterdam 20, DSS 1
– 28 april, Pioniers 8, Silicon Storks 1 (2)
– 25 april, L&D Amsterdam 14, Twins 1
– 21 april, Silicon Storks 12, Quick 2 (5)
– 20 april, Quick 13, Silicon Storks 2 (3)
– 18 april, Curaçao Neptunus 9, L&D Amsterdam 2
– 13 april, Curaçao Neptunus 10, Twins 1 (4)
– 11 april, Pioniers 11, Quick 6 (1)
– 4 april, Twins 12, Quick 4 (1)
Omdat we in Nederland ook in de Hoofdklasse met een mercy rule spelen is in sommige gevallen de zevende inning de laatste inning geweest, en omdat deze regel ook (juist) in deze wedstrijden tijd gaat opleveren heb ik die wedstrijden ook meegenomen in bovenstaand overzicht. Uiteindelijk toch best een hele lange lijst met wedstrijden die korter hadden kunnen duren én waarin dus ook een aantal keer ‘onnodig’ punten zijn gescoord.
Dan toch nog even over de wedstrijd van gisterenavond. London Stadium, Yankees 17, Red Sox 13. Bijna vier uur en drie kwartier. Ik kan me voorstellen dat Rob Manfred, tijd fetisjist en de Commssioner van de MLB, zich eventjes geen raad weet. Hij wil namelijk ook graag meer actie, en meer actie en minder tijd staan haaks op elkaar. Dat bleek gisteren maar weer. 37 hits en 30 punten, en het aantal strike-outs viel ook best mee. De 8 Yankees werpers gooiden er gezamenlijk maar 5 en de 8 Red Sox werpers gooiden er gezamenlijk 11. (Off topic: Edwin Encarnacion kreeg 5 strikeouts, beter bekend als een Platina Sombrero, en minder goed bekend als de “Olympic Rings”, en dat is toch wel grappig en toepasselijk in het voormalig Olympisch Stadion) Maar al die werpers moesten gewisseld worden en dat gebeurde slechts een enkele keer bij het begin van een inning dus werd er door de managers en pitcherscoaches eindeloos op en neer maarde heuvel gelopen, gepraat, gewikt en gewogen, en het publiek maar wachten… Door al die tripjes naar de heuvel werd de wedstrijd langzaam en de wedstrijd dus lang.
In de MLB gaan stemmen op om de marketing van de sport anders aan te pakken. In plaats van een filmpje van anderhalve minuut met alle briljante over-het-hek-vangballen, acties, head first slidings, doubles, triples en homeruns zou je ook een realistischer beeld kunnen proberen neer te zetten. Vaders en moeders met hun kinderen die gezellig in het stadion genieten van de gemoedelijk sfeer, het lekkere eten, de fans van de verschillende teams die door elkaar heen zitten, en o ja, voor de echte liefhebber is er ook nog een wedstrijd.
En het kan, écht! Een sport zonder klok die uren duurt kan ontzettend populair zijn. Nog sterker die ís populair. De sport heet alleen geen honkbal maar cricket en heeft honderden miljoenen fans, het is qua populariteit zelfs de derde sport van de wereld. Wat dat betreft hadden de Yankees en de Red Sox in ieder geval wel het goede land uitgekozen voor deze marathonpartij. Ik ben benieuwd naar wat ons vanmiddag nog te wachten staat. De teams hebben bijna al hun werpers al gebruikt, dus de kans dat we weer héél lang mogen gaan genieten is groot!