Amsterdam, 2 november 2019 – Op het KNBSB Congres stond vandaag ook de opleidingsvergoeding op de agenda. Dat er hierover veel verschillen van mening zijn bleek wel tijdens de behandeling van dit punt.
Er waren maar liefst twee ingezonden stukken die over dit onderwerp gingen en de bond had ook al een aangepast voorstel met toelichting voorbereid. Dat nam niet weg dat er voordat er gestemd werd eerst nog gestemd moest worden of een voorstel voor een amendement meegenomen moest worden in de stemming. Of zoiets. De rode en groene briefjes die aangaven of de verenigingen voor of tegen waren werden nogal wisselend opgestoken. En omdat niet elk briefje evenveel gewicht had omdat het aantal leden van de vereniging hier bepalend is moest er druk gerekend worden.
Bij de eerste stemming hadden de verenigingen de keuze tussen helemaal afschaffen of ‘een’ vergoeding houden. Wat die vergoeding dan moest zijn werd bewaard voor de eventueel volgende stemming, en die kwam er ook want afschaffen vonden de clubs toch niet zo’n goed idee.
Vervolgens moest er gestemd worden over de hoogte van de vergoeding. Op basis waarvan het bedrag ooit bepaald was op € 275 stond werd niet duidelijk, en waarom deze bijdrage hoger was dan de € 150 die voor de softbalsters gehanteerd werd eigenlijk ook niet. Bij de stemming kon er gekozen worden tussen of het handhaven van het oude bedrag of het bedrag voor honk- en softbal gelijk te trekken op het niveau van het softbal, dus € 150. Deze laatste optie werd het uiteindelijk.
Voorstanders van het helemaal afschaffen rekende het congres voor dat het om relatief veel administratie ging voor vooral veel spelersgeschuif bij topsportclubs onderling. Tegenstanders brachten daarbij in dat het voor sommige breedtesport verenigingen toch om vrij veel geld kon gaan. Daarbij werden ook vraagtekens gezet bij het aantal gevallen dat er een opleidingsvergoeding betaald werd. Veel breedtesport verengingen zouden namelijk bewust of onbewust geen gebruik maken van hun claimmogeljkheid.
Een verrassende inbreng kwam van de voorzitter van HCAW die vond dat clubs uit de Hoofdklasse wél moesten blijven betalen voor elders opgeleid talent, om er op die manier voor te zorgen dat hij en z’n collega’s niet overal ‘gratis’ spelers zouden gaan ophalen om die vervolgens kosteloos op de bank te laten plaatsnemen. Dat was namelijk niet in het belang van de speler.
Met de beslissing om het door de KNBSB voorgestelde nieuwe hoofdstuk voor de opleidingsvergoeding aan te nemen kwam voorlopig een eind aan een al erg lang lopende discussie.
Kijk hier voor het complete nieuwe hoofdstuk dat is aangenomen door het congres.