Amsterdam, 12 april 2020 – Op 24 januari schreef ik hier het laatste stukje. Het ging over de fusie tussen Kinheim en DSS. Maar het was winterstop en ik was meer bezig met m’n vakantie naar Kenia waar ik twee weken later naartoe zou gaan.
Ondertussen was de Covid-19-hel al lang losgebroken in China. Maar (volgens Wikipedia) ook in Thailand (13 januari), Japan (15 januari), Zuid-Korea (20 januari) Taiwan, de Verenigde Staten (21 januari), Hongkong, Macau (22 januari), Singapore (23 januari), Frankrijk, Nepal en Vietnam (24 januari) was het virus al opgedoken.
Net als de meeste Nederlanders maakte ik me er nog geen zorgen over. Ook niet toen het virus dichterbij kwam. Op 28 januari was Duitsland en op 4 februari België aan de beurt. Ik maakte me begin februari meer zorgen over de sprinkhanenplaag die over Afrika heen raasde, maar uiteindelijk had ik ook daar tijdens mijn vakantie geen last van. Toen ik na een week op het strand bij Mombasa met een klein vliegtuigje voor een safari naar Masai Mara (natuurgebied dat grenst aan de Serengeti) vloog heb ik nog wel even gedacht aan bescherming tegen de malariamuggen, maar meer dan lange mouwen vond ik eigenlijk niet nodig.
Op 21 februari landde ik weer op Schiphol. Ik had geen sprinkhaan of malariamug gezien en Nederland was nog steeds corona-vrij. Pas op 27 februari hadden we hier de eerste besmetting. Ondertussen ging ons leven gewoon door. We trainden nog een paar keer in de zaal en op zondag 8 maart speelden we onze eerste oefenwedstrijd.
Een beetje balen was het wel want het was koud, een stuk kouder dan de dag ervoor. En het miezerde ook een beetje. Slechte planning zou je dus kunnen stellen. Maar eenmaal op het veld maakte het balen plaats voor het plezier van een bal gooien en vangen, maar vooral ook het plezier van een bal slaan zonder dat ie vier meter verderop in een net dood valt.
Het werd een leuke wedstrijd tegen jongens die we al een honkballeven lang kennen. M’n timing was in de winter niet helemaal verdwenen, dus ook het aanhikken tegen de eerste honkslag van het seizoen zou me bespaard blijven. High fives, handen en hugs aan het einde, zoals het hoort.
Een paar dagen later, op 11 maart, meldt de KNBSB dat ze het advies van het NOC*NSF overneemt en de clubs adviseert om de aankomende wedstrijden in Noord-Brabant af te gelasten. Een dag later, vandaag precies een maand geleden, adviseert het RIVM om tot eind maart voor heel Nederland alle wedstrijden af te blazen. En ik weet niet hoe dat voor de rest van Nederland was, maar dát was voor mij pas het moment dat het kwartje viel: We gaan hier nog wel even last van krijgen.
Ik zal iedereen de chronologische beschrijving van wat volgde besparen. Iedereen weet dat en we zitten er nog middenin. Het gaat al lang niet meer over trainen of over wel of geen wedstrijden spelen. Bij niemand. Als je mazzel hebt, zoals ik, gaat het over een nieuwe manier van werken, Zoomen, Hangout en Teams, contact houden met je collega’s zonder dat je elkaar op kantoor ziet. Het gaat over familie en vrienden die je niet, minder of op anderhalve meter ziet. Voor ouders gaat het om je kinderen lesgeven, als het meezit. Maar voor sommige ouders, misschien wel de meeste, is gewoon bezig houden ook al een nobel streven geworden, zolang ze elkaar de hersens maar niet inslaan.
Sommige mensen hebben inmiddels ‘een griepje’ gehad, een beetje lang, een beetje heftiger dan normaal. Sommige mensen hebben het echt heel zwaar gehad, zijn niet getest maar weten zeker dat het corona was. Anderen kennen weer mensen die ziek zijn geweest. En dan zijn er nog al die statistieken over ziekenhuisopnames, IC-bedden en overlijdens. En daar komen de laatste week ook nog ‘ns de cijfers uit de verzorgingshuizen bij, dat dit nu in de media ook ‘sterfhuizen’ genoemd worden zegt genoeg lijkt me.
Het kwartje van ‘We gaan hier nog wel even last van krijgen’ bleek nog helemaal geen gevallen kwartje te zijn. Ik had toen echt nog geen idee. En om heel eerlijk te zijn vind ik de situatie ook nog zo surrealistisch dat ik me afvraag of ik me op dit moment ook wel echt realiseer in wat voor wereld we op dit moment leven.
Maar met die grote boze buitenwereld, waar we zo min mogelijk naartoe gaan, is er ook een hele grote eh… binnenwereld bijgekomen. Netflix, Amazon Prime en Pathé Thuis heb ik inmiddels uitgespeeld, en gedurende de dag zie ik al zo ontzettend veel coronanieuws langskomen dat ik ‘s avonds Nieuwsuur, Jinek en Op1 ook niet meer aanzet. Blijft over: opruimen. Al moet ik eerlijk bekennen dat dat nu ook wel zo’n beetje klaar is.
Maar dat opruimen heeft wel weer een paar verloren schatten opgeleverd. Wie wat bewaard die heeft wat, maar het is dubbel leuk als je zelfs niet eens meer wist dat je ze had.
Omdat het schrijven van dit stukje ook gewoon bezigheidstherapie is, en voor degene die tot hier in het stuk gekomen is, het lezen ervan waarschijnlijk ook, weid ik even uit over die verloren schatten.
Om te beginnen een exemplaar van de Daily News van 20 september 2013. Ik was in New York om daar de afscheidsceremonie voor één van mijn meest favoriete spelers aller tijden mee te maken. Ik kan me het optreden van Metallica die op het veld “Mo’s nummer” Enter Sandman speelden nog heel goed herinneren. Fan-tas-tisch, net als de rest van de ceremonie trouwens. Maar het is toch ook fijn om de krant die ik die dag in het stadion in m’n handen gedrukt kreeg nog steeds door te kunnen bladeren.
Vervolgens vond ik een klein stukje van m’n eigen honkbalhistorie. Na in 1997 gestopt te zijn was ik in 2008 weer begonnen met honkbal. Drie jaar later kreeg ik opnieuw m’n eerste slagbeurt bij het eerste van Mr. Cocker HCAW. Deze keer niet tijdens een oefenwedstrijd op een koud regenachtig veld in maart, zoals zo’n 20 jaar eerder het geval moet zijn geweest, maar in een competitiewedstrijd op een zonnige middag in juli. Neptunus had in de eerste helft van de vierde inning zeven punten gescoord, een goed moment om Bouwman z’n eerste slagbeurt te geven. De eerste pitch van Heijstek kwam door het midden en ging door het midden weer terug. En die bal lag dus ook in de direct tot schatkist omgedoopte rommeldoos.
En met een grote omweg kom ik met de volgende gevonden schat weer een beetje dichter bij de titel van dit stuk. Ik wist werkelijk waar niet meer dat ik ‘m had gekocht, meegenomen en bewaard. Ik heb over die dagen in New York al ‘ns een stuk geschreven, maar ook als je dat niet gelezen hebt zal je begrijpen dat het terugvinden van deze krant bijzonder was. Ik werd in ieder geval enorm blij van dat opruimen.
Toen ik die New York Post kocht in 2001 was de ramp al een paar weken daarvoor gebeurd. Het honkbal had na 9/11 ‘wel twee weken’ stilgelegen, en hoewel er veel zichtbare en onzichtbare veiligheidsmaatregelen waren mocht je ook weer gewoon vliegen én hutje mutje op elkaar gepakt in een stadion zitten. De autoriteiten en de experts dachten dat het kon, dachten dat het veilig genoeg was om met wat kleine aanpassingen door te kunnen gaan met het gewone leven. En ze hadden gelijk.
Even los van spring training ligt de MLB vandaag ook ongeveer twee weken stil. En er bestaan allerlei wilde theorieën over hoe er op korte termijn toch aan een soort van competitie begonnen kan worden. Sportjournalist Maarten Kolsloot twitterde gisteren een linkje naar een artikel van Sports Illustrated. Het stuk gaat over “bringing back sports” en focust op de MLB en NFL. Het hele stuk is de moeite waard, maar het stuk eindigt met een lange quote van epidemioloog Zach Binney die volgens mij alleszeggend is:
“If people just decide to let it (the virus red.) burn in most areas and we do lose a couple million people it’d probably be over by the fall, You’d have football. You’d also have two million dead people. And let’s talk about that number. We’re really bad at dealing with big numbers. That is a Super Bowl blown up by terrorists, killing every single person in the building, 24 times in six months. It’s 9/11 every day for 18 months. What freedoms have we given up, what wars have we fought, what blood have we shed, what money have we spent in the interest of stopping one more 9/11? This is 9/11 every day for 18 months.”
Dat dus. 9/11, elke dag, voor de komende anderhalf jaar.
Dus: 2021 wordt een topjaar. Laten we dat met elkaar afspreken. Ook voor het honkbal in Nederland én in de Verenigde Staten maar laten we eerst zorgen dat we dat halen. #StaySafe #StayHome. Fijne paasdagen verder. Maak er wat van!