Ridderkerk Rowdies

Ridderkerk, november 2014

Aan de kolom breedtesport KNBSB.

Betreft: doelgroepenoverleg 22 november / presentatie / voorstellen

Geachte kolomleden/cluster vertegenwoordigers,

na kennisneming en bespreking van de presentatie van het aankomende doelgroepenoverleg op 22 november wil ik u namens Ridderkerk Rowdies graag op de hoogte stellen van onze gezichtspunten op zowel het proces van besluitvorming als de inhoudelijke voorstellen. Daarna een alternatief voorstel en enige afsluitende opmerkingen/vragen.

Besluitvorming:

Hoewel duidelijk is dat de kolom gemandateerd is om zelfstandig wijzigingen  aan te brengen in de betreffende Reglementen van Wedstrijden zie ik nu enkele problemen omtrent:

  • de communicatie tussen kolom en verenigingen.
  • de omvang van de bevoegdheid van de kolom.

Qua communicatie zouden wij graag zien dat de verenigingen tijdig op de hoogte worden gesteld van de te bespreken voorstellen, ook als die geen afgevaardigde kunnen sturen naar het overleg. Mogelijkheden zijn per brief, e-mail of als bekendmaking op de KNBSB website.

De omvang van de bevoegdheid is o.i. te groot voor de omvang van de kolom. Slechts 11 personen vertegenwoordigen de bijna 7.000 honk- en softbalsenioren waarop de presentatie betrekking heeft – plus >10.000 jeugd- en herensoftballeden. Dit in combinatie met de zeer stroeve communicatie leidt niet tot adequate vertegenwoordiging. Ingrijpende veranderingen zoals voorgesteld hebben meer aantoonbaar draagvlak nodig. Een enquete onder de betreffende verenigingen of leden is een mogelijkheid daartoe. Daarnaast is de termijn tussen voorstel en besluit – ik doel op 25 oktober / 3 november – te kort. Verenigingen kunnen aldus met een besluit geconfronteerd worden, wat zij a) niet wisten of konden weten, b) niet steunden, en waarop zij c) niet gereageerd kunnen hebben.

Inhoudelijk:
Het betreurt ons dat de ambitie ledenbehoud in plaats van ledengroei is. De uit- en instroom is volgens de presentatie stabiel en constant. Groei in de senioren creëren door meer jeugd te binden is onze doelstelling.

De basis voor de voorstellen ligt met name in incompleet weergegeven uitkomsten van een telefonische vragenlijst onder gestopte leden. Die 400 leden geven slechts 3,3% van de plm. 12.000 gestopte leden in die periode weer (2011/12/13/14 x 3.000 gemiddeld jaarlijkse opzegging). Van grofweg 40% van die gestopte leden is de reden niet weergegeven. Niveauverschil tussen en binnen een klasse kan deels ondervangen worden door invoeren van een spelerspas – een helaas nog onbeantwoorde vraag van de verenigingen aan de kolom. Dat honk- en softbal worden ervaren als trage sporten is inherent aan het spel en wordt niet opgelost door de wedstrijdduur aan te passen. Het tempo van wedstrijden stijgt op basis van spelniveau en motivatie/plezier/inzet van de deelnemers. Dat teams uiteenvallen omdat een gedeelte van de spelers stopt is spijtig, maar o.i. ook niet op te lossen door de voorgestelde veranderingen. Onze angst is dat er juist door deze voorstellen leden besluiten op te zeggen!

De gronden voor het ‘winnen’ zijn aannames die niet voldoende onderbouwd zijn zoals ‘meer spelplezier’ en ‘ langer verbonden aan de sport’. Er wordt niet aangetoond dat er door middel van de voorgestelde veranderingen een aantoonbaar en substantieel groter ledenbehoud zal worden bereikt. Dat had gekund door aan te tonen dat dat, bijvoorbeeld in het buitenland of in andere sporten, op deze wijze eerder is bereikt. ‘Voordelen’ als makkelijker en meer wedstrijden inplannen vormen voor zover ons bekend op het moment geen enorme obstakels voor een uitdagende competitie. Het vinden van coaches, scheidsrechters en andere vrijwilligers is en blijft voor elke sportclub moeilijk, een stijging daarin wordt ook niet onderbouwd aangetoond.

De competitiestructuur zoals voorgesteld toont dat er na de competitie in 2015 één Hoofdklasse Wedstrijdsport, twee 1e Klassen en vier 2e Klassen gevormd worden. Dit betekent dat er van de plm. 125 teams die in 2014 nog 9 innings speelden er in 2016 nog  slechts 10-12 teams dat doen. Wij zien in die wijziging van speelduur dan ook een opgelegde degradatie voor >100 teams. Ook is er door de versmalling een vergrote kans op competitievervalsing, teams kunnen al te vroeg in het seizoen 2015 weten dat zij het jaar erop in een andere klasse met andere regels terechtkomen.

Regels die de slagvolgorde en het wisselen betreffen zijn in het afgelopen jaar in de 4e en 5e Klassen ingevoerd en werken daar naar ons idee nog niet perfect. In enkele gevallen werden die simpelweg genegeerd. We zien hier dan ook nog geen noodzaak voor in de hogere klassen.

Kortom, wij zijn a) niet overtuigd van de in de presentatie genoemde problemen, en b) niet overtuigd van de effectiviteit en doelmatigheid van de voorgestelde oplossingen. De gevolgen van het rigoureus invoeren van zeer ingrijpende veranderingen zijn niet voldoende onderzocht en daarom te onzeker. Motiverende spreuken zoals in de presentatie op pagina 9 (Veranderen wordt vaak ervaren als verliezen, het vertrouwde loslaten. Veranderen is geen verliezen, veranderen is de aanzet tot winnen!) leveren behoud noch groei op en uitspraken zoals op pagina 8 (Als er niets verandert, zullen zowel de verenigingen als de bond over een aantal jaren geen bestaansrecht meer hebben) is puur angstzaaien zonder enig argument – en steunen o.i. ook geen behoud of groei van ledenaantallen.

Voorstel:
Om het effect van dergelijke veranderingen in kaart te brengen kan er in 2015 geïnventariseerd worden in de 3e Klasse honkbal hoeveel verenigingen/teams over willen gaan naar 120 minuten spelen in plaats van 9 innings. Indien er binnen een regio voldoende animo is kan nog dat jaar een dergelijke competitie worden gestart. Een aantoonbaar en substantieel positief effect op de ledenuitstroom kan dan wellicht leiden tot een algehele wijziging van het Reglement.

Opmerkingen/vragen.

  • Wanneer worden er besluiten genomen en de clubs daarvan op de hoogte gesteld ?
  • Via internet, sociale media en persoonlijk heb ik nog geen enkele voorstander van de voorstellen gehoord, zijn die u wel bekend en zo ja in welke aantallen ?
  • De aannames in de presentatie zijn te weinig onderbouwd, indien de kolom over gegevens beschikt die de claims betreffende spelplezier / langer verbonden blijven aan de sport / meer vrijwilligers / makkelijker en meer wedstrijden inplannen / meer coaches / meer scheidsrechters ondersteunen dan zouden wij die graag ook inzien. NB: in de 4e en 5e Klassen waar al ‘op tijd’ gespeeld wordt zien wij deze claims niet verwezenlijkt.
  • De jeugd wordt in deze presentatie niet genoemd, heeft de kolom daar ook nog voorstellen tot veranderingen voor ?
  • Hoe ziet de kolom deze veranderingen in relatie tot de kloof tussen top- en breedtesport ? Zoals wij het zien wordt deze kloof alleen maar vergroot en bestaat er een kans dat meer en jongere leden de overstap naar een vereniging die (ook) in de topsport uitkomt zullen maken omdat zij in ieder geval de kans willen hebben om 9 volledige innings te spelen.

Slot.

Ik wil u graag mededelen dat onze vereniging Ridderkerk Rowdies de voorstellen zoals voorgelegd inhoudelijk niet steunt en zich door de kolom breedtesport niet voldoende vertegenwoordigd acht.

Met vriendelijke groet,

Mark Ulrich,
Voorzitter Ridderkerk Rowdies