Amsterdam, 2 augustus 2016 – Volgers van het Amerikaanse honkbal zal het niet ontgaan zijn, maar gisteren om 4 PM lokale tijd verstreek de trade deadline voor de MLB.
Veel spelers hebben zich tot op het allerlaatste moment afgevraagd in welk shirt ze vandaag zouden mogen spelen. Uiteindelijk werden er gisteren 18 deals gemaakt waarbij 49(!) spelers van club gewisseld zijn. Sinds 1995 was dat hoge aantal niet meer voorgekomen.
Er zaten bijzondere deals bij, maar vooral Scott Feldman zal gisteren een dag gehad hebben die hij niet snel zal vergeten. Feldman was de avond ervoor al in Houston aangekomen om daar thuis, met de Astros tegen de Blue Jays te spelen. Het zou een rustig dagje worden want zondag had hij al twee innings gegooid tegen de Detroit Tigers. Echt lekker was het niet gegaan, Justin Upton en Miguel Cabrera sloegen homeruns en hij kreeg vier verdiende punten tegen.
Maar het liep even anders. Feldman werd gedeald naar de Blue Jays en de thuiswedstrijd van gisteren was ineens een uitwedstrijd geworden. En wat voor ’n wedstrijd! In de 9e inning van het pitchersduel had Toronto de 1-1 kunnen maken, de stand die ook in de tweede helft van de 14e inning nog op het scorebord stond. Zes werpers waren ‘m voorgegaan, maar Feldman moest toen toch echt gaan gooien op de mannen die ’s ochtends nog z’n teamgenoten waren.
Altuve begon met ’n honkslag en Correa sloeg vervolgens een double waarop Altuve, binnen elf seconden(!), van één naar thuis sprintte. Walk-off… Four pitches, one loss.
Bij walk-offs zien we de laatste jaren steeds vaker dat nadat het laatste punt gescoord is de held van de dag niet alleen een bak Gatorade over zich heen krijgt, maar ook dat z’n teamgenoten aan z’n shirt gaan hangen en het proberen kapot te trekken.
Ik ben er niet zo’n fan van want dat geintje kost al snel een paar honderd dollar, maar ik kan me voorstellen dat als je net het winnende punt hebt binnen geslagen en je een dik contract in je zak hebt, je daar even niet bij stil staat. Het is een beetje als de gele kaart die Ronaldo voor lief neemt als hij z’n shirt uitdoet nadat hij de winnende goal heeft gescoord.
Dit is dan ook meteen een goed moment om een halsstarrig misverstand uit de wereld te helpen: honkbal is niet alleen voor vadsige mannen! Nou ja, in ieder geval niet alleen maar voor dikbuiken. Er lopen heel wat atleten rond in de MLB, en Derek Dietrich is daar één van. Dat viel afgelopen zondag op toen deze speler van de Miami Marlins na z’n walk-off triple als een echte Ronaldo met ontbloot bovenlijf over het veld stuiterde.
Iets meer dan een week geleden had ster werper Chris Sale van de Chicago White Sox z’n eigen shirt-momentje. Hij wilde namelijk niet spelen in het throwback uniform uit 1976 waar de club voor gekozen had, precies op de avond dat hij zou starten. Om heel eerlijk te zijn ook wel begrijpelijk want die shirts zijn niet alleen ontzettend lelijk, maar het is ook de bedoeling dat je ze niet in je broek stopt. Daar zijn ze ook te kort voor.
Vorig jaar hadden ze al een keer het witte shirt gedragen, maar toen hoefde Sale niet te gooien, en vorige week zou dan de zwarte variant aan de beurt zijn.
Toen puntje bij het paaltje kwam hoefde helemaal niemand meer in die pakken te spelen, en dat kwam omdat Sale ze allemaal stuk voor stuk met een mes kapot had gesneden. Sale hoefde zelf trouwens helemaal geen pak meer aan want hij draaide niet alleen op voor de kosten van de uniforms ($ 12.000), maar hij kreeg ook een dikke vette boete en een schorsing van vijf dagen aan z’n broek.
Het gekke van het verhaal is dat ondanks dat Sale dus nooit in dat shirt heeft gespeeld, of waarschijnlijk ooit zal spelen, het shirt wél gewoon te koop is. Want daar was het natuurlijk allemaal om te doen, de merchandising!
Bij het zoeken naar het beeldmateriaal voor dit stukje kwam ik erachter dat honkballers zonder shirt van alle tijden zijn, en ook dat niet alleen voetballers reclame maken voor ondergoed.
Ik weet ook niet of onderstaande schokkende plaatjes iets toevoegen, maar ze staan op mijn netvlies gebrand, en ik wilde ze jullie toch niet onthouden.
Bryce Harper (2015)
Gabe Kepler (1999)
Johnny Damon (2005)
Matt Harvey (2013)
Pete Rose (jaren ’70)
Steve Carlton (jaren ’70)
Het moet niet gekker worden.