Amsterdam, 3 maart 2018 – Zo, de kop is eraf. Net als veel lezers van dit stuk, die na het lezen van deze kop er waarschijnlijk ook afliggen. Want de Olympische Spelen zijn toch het aller aller aller mooiste dat er is?
Voor atletiek zeker, daarmee is het begonnen, voor schaatsen, biatlon, schermen, rodelen, worstelen, zwemmen, turnen, curling desnoods. Hockey, ok, maar dan weer niet het ijshockey, wielrennen op de baan wel, maar niet op de weg.
In 2020 zijn ook karate, skateboarden en de klimsport Olympisch, dat geloof ik ook nog wel, net als dat ik het voor freestyleskiën en snowboarden wel geloof. Prima nieuwe(re) sporten voor de Olympische spelen.
Tennis is een twijfelgeval. Voor basketbal geldt dat ook, maar ook daar ben ik eerder geneigd “nee” te zeggen. Olympisch voetbal? Onzin! Voor de vrouwen misschien, en dat is zeker niet denigrerend bedoeld.
Ben ik nog een beetje te volgen? Zit er nog logica in, of ben ik de weg kwijt? Schermen, roeien? Als je me snapt snap je ook dat deze sporten er wél bij horen en American Football weer niet.
Het risico van dit intro is dat ik het complete Olympische kamp al kwijt ben voordat ik aan de toelichting ben begonnen, maar fijn dat jij er nog bent.
Ik vind dat overigens óók hoor, de Olympische Spelen zijn fan-tas-tisch. Zowel de zomer- als de winterversie. Maar dus niet voor mijn sport, onze sport, niet voor honkbal.
Ik zal m’n uitleg niet helemaal bij de oude Grieken beginnen, want dat ze bij de Olympus nog geen balletje sloegen is een no-brainer, maar ik zal starten bij Pierre de Coubertin die aan de wieg stond van de moderne versie en vond dat de Olympische Spelen alleen voor amateursporters waren.
In die beginjaren komt ook meteen honkbal in beeld, maar anders dan je misschien zou verwachten. In 1913 namelijk moest Jim Thorpe, de winnaar van de Olympische vijf- en tienkamp van 1912, zijn medailles inleveren toen bekend werd dat hij eerder betaald was om honkbal te spelen. Hij was dus professioneel sporter geweest en de Olympische Spelen waren verboden voor sporters die zich lieten betalen. Zelfs de trainers en coaches mochten niet betaald worden.
Na de Tweede Wereldoorlog werd deze regel al wat minder helder, mede door de deelname van de ‘staatsamateurs’ uit de Oostbloklanden. In de jaren 70 werd het vervolgens aan de federaties van de sporten overgelaten of ze bij ‘hun’ gedeelte van het Olympische toernooi profs zouden toelaten. In 1983 kreeg Jim Thorpe postuum zijn medailles weer terug.
In 1992 werd honkbal na een aantal keer demonstratiesport geweest te zijn voor het eerst een volwaardige medaillesport. Eerst alleen voor amateurs, maar na de Olympische Spelen van 1996 besloot ook de honkbal federatie, toen nog de IBA, dat er in het vervolg ook profs en ex-profs mee zouden mogen doen.
In 2005 werd honkbal vervolgens de eerste sport die sinds 1936 van het Olympisch programma geschrapt werd waardoor op de spelen van 2008 voor het laatst een honkbalwedstrijd te zien was. Eind goed, al goed als je het mij vraagt, maar nu hebben de honkbalgekke Japanners bedacht dat honkbal in 2020 toch weer op het programma moet, maar of dat in 2024 in Parijs weer het geval is valt te betwijfelen.
Maar waarom vind ik als honkbalgek dan dat honkbal tóch niet Olympisch moet zijn? Ik zal het uitleggen. Om te beginnen vind ik dat als je één keer in de vier jaar een toernooi speelt het winnen van dit toernooi ook het aller hoogst haalbare moet zijn in de sport. Daarbij hoort ook dat dit toernooi het podium moet zijn waar de aller beste sporters in hun sport elkaar treffen. Dat laatste is eigenlijk nog wel het meest zwaarwegende punt. Als sportfan, als sportliefhebber wil je op de Olympische Spelen het beste van het beste zien.
In het honkbal is het aller hoogst haalbare het winnen van de World Series. Voor ijshockey is dat het winnen van de Stanley Cup. Voor wielrennen is dat het winnen van de Tour de France, tenzij je Tom Dumoulin heet en zegt dat de Giro dat is. Voor tennissers komt het Olympische toernooi op een mooie vijfde plaats, maar één van de Grand Slams winnen wordt toch nog altijd gezien als een stukje mooier. Basketballers willen vooral winnen in de finale van de NBA. Er zijn in het American Football heel wat ‘bowls’, maar je maakt je onsterfelijk als je de Super Bowl wint. Voetballers willen een WK winnen, de Champions League of desnoods een EK, maar het Olympische toernooi is niet meer dan een leuk toernooi voor de jeugd en een handjevol voormalig toppers met dispensatie. Boksen is op dit moment nog de enige discipline waar alleen nog amateurs mee mogen doen, en daarmee zijn de Olympische Spelen in die sport niet meer dan een leuk opstapje naar het échte werk en het bijbehorende grote geld.
Desondanks staat honkbal in 2020 weer op de Olympische agenda, en er wordt al jaren druk overlegd en gespeculeerd over hoe ze de beste honkballers ter wereld toch in een Olympische finale tegenover elkaar kunnen krijgen. Ik sluit ook niet uit dat er leuke wedstrijden te zien zullen zijn in Tokyo, maar het toernooi zal één groot compromis worden en de weg daar naartoe één grote poppenkast. De Olympische Spelen onwaardig.
Voor Nederland begint die weg in 2019 in Duitsland op het verplaatste EK. Of daarna nog een kwalificatietoernooi gespeeld moet worden met een Afrikaans team erbij weet ik eigenlijk niet, maar wat ik wel zeker weet is dat bij geen van die toernooien de beste honkballers met een Nederlands paspoort zullen meedoen. Die spelers zijn dan of nog zelf aan het spelen in een profcompetitie, en als dat niet zo is zullen ze waarschijnlijk geen toestemming krijgen om mee te doen. Als ze dat dan onverhoopt wel krijgen is de kans groot dat ze geen zin hebben, of er voor een andere goede reden voor kiezen niet af te reizen naar Europa. Een blessure is zo opgelopen en hoe leg je dat uit aan je werkgever?
De kwalificatietoernooien zullen dus sowieso nergens op slaan want de teams die in Tokyo tegen elkaar spelen zullen er qua spelers heel anders uitzien. Hoe anders is dit bijvoorbeeld bij het schaatsen waarbij het OKT in Nederland misschien wel een moeilijker toernooi is dan het Olympische.
Om tijdens de Olympische Spelen toch de best mogelijke honkbalfinale te krijgen zal er een heel kort toernooi moeten worden georganiseerd, met weinig teams dus. Als de topspelers al mee mogen doen in de zomer dan zal dat namelijk ergens in de All Star Break van de MLB moeten gebeuren. Er wordt gespeculeerd over een iets verlengde All Star Break, maar als het al zover komt zal het hooguit een paar dagen zijn. Maar net als bij de kwalificatie zullen er spelers zijn die kiezen voor rust en voor hun team, hun werkgever, hun toekomst. De Olympische Spelen zijn voor honkballers gewoon niet belangrijk genoeg.
De enige honkballer die wat mij betreft thuis hoort op de Olympische Spelen van 2020 in Tokyo is Chris Garia. Ik hoop dat hij na het niet slagen van zijn profavontuur wél het aller hoogst haalbare podium in zijn nieuwe sport weet te bereiken, en dat hij voor Curaçao of Nederland een medaille op de 100 meter sprint weet te halen.