Amsterdam, 16 april 2021 – Begin deze week werd mij gevraagd of ik nog ging schrijven over het voorjaarscongres. Ik schrok even want ik dacht even dat ik dit congres totaal aan mijn aandacht ontschoten was, maar dat was gelukkig niet zo.
Het congres staat voor volgende week woensdag netjes in m’n agenda, maar ik had inderdaad nog niet de tijd genomen om de agenda en de bijbehorende stukken te bekijken. Toch was het goed dat ik even wakker geschud werd, en lijkt het me goed als ook alle bestuurders alvast uit hun veel te lange corona-winterslaap ontwaken, want volgende week is het te laat.
Nou ja, te laat, je kan je nog tot volgende week dinsdag inschrijven voor dit digitale voorjaarscongres, maar als je als bestuurder nog iets vindt van de punten die op de agenda staan moet je eerder in actie komen. Want net als eind vorig jaar heeft het bestuur ervoor gekozen om de stemmingen die normaliter tijdens het congres plaatsvinden deze keer weer voorafgaand het congres te laten te houden.
Onbegrijpelijk, was mijn eerste reactie, wederom wordt het paard achter de wagen gespannen en wordt het congres buitenspel gezet. Vorig jaar bleek tijdens het behandelen van de financiële vragen die, net als dit jaar, een paar dagen eerder werden behandeld ook al dat dit geen lekkere volgorde was. Uit de begroting voor 2021 bleek toen niet dat het de bedoeling was om het begrootte verlies al direct om te buigen naar een overschot. Om dit netjes en transparant te maken moest de begroting dus eigenlijk omgebouwd worden, maar omdat de hele goegemeente al gestemd had (ook niet bijster slim van die goegemeente) over die begroting was aanpassen formeel niet meer mogelijk.
Vorig jaar was dat digitale congres allemaal nog nieuw en spannend, maar ik vind het onbegrijpelijk dat de ezel zich deze keer weer aan dezelfde steen gaat stoten. Maar goed, dat ik het niet begrijp zegt misschien meer iets over mij dan over het proces. Ik heb daarom de bond om uitleg gevraagd. Hieronder integraal het antwoord dat ik ontving van de voorzitter, Mark Herbold.
We hebben vanzelfsprekend zelf ook stil gestaan bij de volgorde van de onderdelen van het congres. De digitale stemming is een integraal onderdeel van het congres, net zoals het financiële vragenuur. Wanneer wij van mening waren geweest dat de stemming over onderwerpen zou gaan die (uitgebreide) discussie nodig hebben, dan zouden we er voor gekozen hebben deze stemming na het plenaire deel te laten plaatsvinden. Wij zijn echter van mening dat dit bij dit congres niet aan de orde was.
Er zijn 4 onderwerpen waarover gestemd moet worden:
1. Het vaststellen van het verslag van het congres van 7 november. We hebben dit verslag meteen na het voorgaande congres gepubliceerd en hier geen inhoudelijke opmerkingen over ontvangen.
2. De vaststelling van de jaarrekening over 2020. Door middel van het financiële vragenuur hebben verenigingen de gelegenheid om voordat zij hun stem uitbrengen met ons en de commissie van toezicht in gesprek te gaan over deze jaarrekening. De ingeleverde vraag vind je hier https://www.knbsb.nl/media/uploads/ontvangen_vragen_t.b.v._vragenuur_financien.pdf.
3. De aanpassing van het algemeen reglement (agendapunt 7). Dit is een vereiste vanuit NOC*NSF en zien wij als een formaliteit.
4. De aanpassing van het tuchtreglement (agendapunt 8). Dit zijn overwegend tekstuele aanpassingen om de bondsraad te vervangen door het congres. Daarnaast is een toevoeging van de strafmogelijkheden aangebracht. Wij verwachten niet dat dit een uitvoerige discussie vergt.
Door het op deze wijze te werken kunnen we het congres in de plenaire vergadering in zijn geheel afronden en blijven er geen losse eindjes meer over.
Het liefst had ik hier nu een beetje gaan rellen en een tekst als “Als ik wilde dat je het begreep had ik het wel beter uitgelegd” gebruikt, maar de uitleg van de bond klinkt best plausibel. Begrijpelijk durf ik zelfs wel te zeggen.
Maar toch word ik er niet echt vrolijk van en denk ik nog steeds dat de volgorde niet klopt. Want wat nu als er wél veel discussie is over de toevoeging van de strafmogelijkheden? En waarom laat je het congres niet bepalen of iets een formaliteit is of niet? Waarom is een aanpassing in het algemeen reglement, omdat dit een vereiste is van het NOC*NSF, bijvoorbeeld een formaliteit? En even voor de duidelijkheid, ik zeg niet dat we artikel 27 over seksuele intimidatie en grensoverschrijdend gedrag niet zouden moeten toevoegen, maar het registreren van namen, op basis van alleen een melding in een dergelijke context kan nogal wat gevolgen hebben. Misschien zijn er verengingen die zich wél zorgen maken over de privacy. En na al het gedoe rondom de turnsters ben ik nog niet echt overtuigd geraakt van de daadkracht van het NOC*NSF op het gebied van grensoverschrijdend gedrag. Een regel implementeren met enkel de reden omdat deze sportkoepel dat vereist vind ik bij voorbaat al een discussie waard. Ik denk sowieso dat het heel goed zou zijn om dit belangrijke onderwerp niet als formaliteit weg te zetten en eerst goed te bespreken op het congres waarna iedereen hartgrondig vóór het toevoegen van het artikel kan stemmen.
Maar er is nog een reden om niet eerst te stemmen en dan pas te vergaderen, en die reden kan je de bond niet kwalijk nemen, maar ik denk wel dat de bond hier rekening mee zou moeten houden. Want helaas blijkt jaar in jaar uit dat de betrokkenheid van de verenigingen ronduit slecht is. Een heel groot gedeelte van de clubs komt zelfs niet eens opdagen op de congressen. Met het uitsmeren van het hele proces wordt de kans wel heel erg klein dat een representatief aantal verenigingen zich serieus bezighoudt met alle onderdelen die op het congres op de agenda staan.
Dat blijkt ook uit het zeer beperkte aantal vragen dat was ingediend voor het financiële vragenuurtje dat gisterenavond werd gehouden. Bij deze een shout out naar André Ficken van HSV Saints en Ronald van Langen van Herons die als enigen wél een aantal vragen wisten in te sturen. Helaas had ik zelf andere verplichtingen waardoor ik geen idee heb of deze vragen naar tevredenheid zijn beantwoord of dat er nog meer vragen gesteld en beantwoord zijn.
Ik vind het in ieder geval jammer dat de vraag van André Ficken niet op het congres aan bod komt, vóórdat er gestemd wordt en de jaarrekening 2020 wordt vastgesteld.
Even wat achtergond: In het jaarverslag 2020 van de bond staat “Hoewel 2020 financieel goed is afgesloten met een positief resultaat voor zowel Verenigingssport als NTTO, gaat de zorg uit naar 2021”. Dat positieve resultaat in 2020 is ook behaald omdat de bond de verengingen financieel niet geholpen heeft, en precies daar ging de vraag van HSV Saints over:
“Vanuit de vereniging is mij de volgende vraag gesteld: Waarom heeft de KNBSB niet het initiatief genomen om verenigingen te helpen hun financiële lasten draaglijker te maken door de bondskosten niet, of gedeeltelijk te innen tijdens Corona tijd. Onze leden vinden dat de contributies die voor het lidmaatschap moeten worden betaald niet in verhouding staan tot wat er voor hen mogelijk wordt gemaakt om hun sport te beoefenen. Daar hadden wij graag iets aan willen doen, maar wij hebben alle zeilen bij moeten zetten om niet om te vallen en hebben alle niet noodzakelijke uitgaven opgeschort en budgetten gekort waar mogelijk. Omdat wij een kleinere vereniging zijn die geen mensen in loondienst heeft en daardoor ook relatief lagere kosten hebben komen wij voor heel veel van de tegemoetkomingen niet in aanmerking. Gelukkig werkt te gemeente wel mee met een korting op de huur van de velden, maar leningen en vaste lasten, hoewel lager dan normaal, lopen wel gewoon door. Wanneer je dan de afrekening van de KNBSB vergelijkt met de rest van de uitgaven is dat ineens een substantieel deel geworden.
Vanwege het feit dat wij als club dan niets uit de tegemoetkomingen krijgen, had ik toch gehoopt dat de KNBSB mee had gedaan met de bonden die wel hun inkomsten die uit de verenigingen moeten komen hebben aangepast. De KNBSB zal als sportbond zeker in aanmerking komen voor steun van de overheid voor de medewerkers en de vaste lasten, dus die kosten zouden niet hoeven te worden omgeslagen naar de verenigingen… om maar een voorbeeld te noemen.”
Uiteindelijk is er dus maar één vereniging die deze vraag gesteld heeft, maar vorig jaar tussen de coronagolven in, toen we elkaar nog op de velden tegenkwamen, heb ik ditzelfde geluid ook van verschillende andere verenigingen gehoord. Waarschijnlijk hebben deze verenigingen het zich niet gerealiseerd, maar als de jaarrekening 2020 wordt vastgesteld dan heeft een meerderheid ingestemd met de plus voor de bond in 2020, en dus ook met dat de verenigingen geen korting op hun contributie hebben gekregen.
Kortom, ik begrijp heel goed waarom de bond ervoor kiest éérst te laten stemmen en er dan pas over te praten, maar een goede zaak vind ik het niet. Op deze manier is namelijk niet het stemmen maar het congres slechts een formaliteit.