Amsterdam, 24 mei 2016 – Afgelopen weekend werd UVV drie keer opgerold door Neptunus. Het werd opgeteld 42-2 voor de Rotterdammers. RTV Rijnmond interviewde Evert-Jan ’t Hoen.
Voordat ik over dit interview wat zeg wil ik eerst een aantal quotes van hem geven die in september vorig jaar door de Nederlandse Honkbalsite werden opgetekend direct na de in een gelijkspel geëindigde All Star Game:
“Het is een leuke wedstrijd, maar vooral om honkbal te promoten. Winnen maakt niet uit.”
“Als je voor winst wilt spelen, moet je heel anders spelen dan we vandaag doen.”
’t Hoen had waarschijnlijk gelijk ook nog met deze uitspraken, maar als sportliefhebber word ik er niet vrolijk van. Als toeschouwer kom ik kijken naar twee teams die strijden om de winst. Met een wedstrijd die je niet speelt om te winnen promoot je volgens mij geen enkele sport. Je zou het geen wedstrijd mogen noemen. Het zal ook vast aan mij liggen, ik ben vast te ‘old school’, maar met een honkbalwedstrijd die gelijk eindigt heb ik ook helemaal niks.
Anyway, ik ken ’t Hoen verder niet, maar het leek er toen dus op dat hij anders tegen topsport aankijkt dan ik. Toen ik gisteren het interview op RTV Rijnmond zag echter, was ik weer gerustgesteld wat betreft de topsport mentaliteit van de coach die na 11 jaar droogte verantwoordelijk was voor het winnen van de Europa Cup.
Natuurlijk vond hij het jammer dat het geen echte wedstrijden waren geweest tegen UVV, maar volgend weekend staan de wedstrijden tegen Pirates weer op het programma, en belangrijker nog, de Europa Cup zit eraan te komen! Logisch dus ook dat hij Loek van Mil en Randolph Oduber aan de selectie van Neptunus heeft toegevoegd. Dit gaat ten koste van andere spelers, maar ja, het helpt om kampioen te worden, dat is topsport.
En toch was ik het wéér niet eens met ’t Hoen. Op de vraag wat er moest gebeuren om de Hoofdklasse weer interessant te maken zegt hij namelijk “je moet betere spelers hier zien te krijgen” en “er zijn een hoop spelers die in Amerika prof spelen die ook in Europa kunnen spelen, ook in Nederland kunnen spelen”.
Daar geloof ik dus helemaal niets van. Als deze profspelers daar klaar zijn komen ze toch wel terug. En als ze dat niet spontaan doen, wat hebben wij ze hier dan te bieden? Er is geen geld, geen publiek en de Hoofdklasse heeft geen fatsoenlijk niveau. Ze kunnen Europa Cup spelen? Ja, leuk voor ze, maar wat schieten we daar in Nederland mee op? Wat heeft de Hoofdklasse nu aan de huidige situatie waarin Neptunus en Pirates mijlenver van de rest vandaan staan? Wat heb je aan winst in de Europa Cup als de Nederlandse competitie één grote reeks oefenwedstrijden is naar de Holland Series?
En daarop voortbordurend: Wat heb je aan een Nederlandse Team met spelers die het hele jaar niet in Nederland te zien zijn? Begrijp me niet verkeerd, ik heb de afgelopen jaren elke keer dat ik in een Amerikaans stadion zat aan iedereen om me heen verteld dat ‘we’ in 2011 World Champion waren, en dat ‘we’ in 2013 semi finalist waren bij de World Baseball Classic. Dat Xander Bogaerts, Didi Gregorius én Andrelton Simmons niet alleen hele goede korte stops zijn, maar toevallig óók Hollander. En dat ‘we’ dus eigenlijk hartstikke goed zijn, mooi verhaal, maar in Nederland schieten we daar he-le-maal nada niets mee op.
Een haalbare oplossing is volgens mij dan ook niet een Europese profcompetitie, of meer profs naar de Hoofdklasse halen. Maar wel een competitie maken met meer gelijkwaardige ploegen. Bij voorkeur gecombineerd met een voor de jeugd herkenbaar Nederlands Team waarvan ze de spelers ook kunnen zien spelen op de Nederlandse velden.
We zullen dan de Europa Cup voorlopig niet meer winnen, het EK wordt lastig. Over de WBC hoeven we helemaal niet meer na te denken, laat staan over de Olympische Spelen, maar misschien worden de wedstrijden weer leuk, wordt de jeugd enthousiast en komen er weer wat mensen kijken. En daarna zie we wel weer verder…